Benjamin Britten : A Ceremony of Carols Op .28 | Afdrukken |
zaterdag, 25 december 2010 15:59
  1. Procession
  2. Wolcum Yole!
  3. There is no Rose
  4. a That yongë child
    b Balulalow
  5. As dew in Aprille
  6. This little Babe
  7. Interlude (harp solo)
  8. In Freezing Winter Night
  9. Spring Carol
  10. Deo Gracias
  11. Recession

Benjamin Britten is zonder twijfel de belangrijkste componist van Engeland in de 20ste eeuw. Maar anders dan vele avant-garde componisten zijn veel van zijn werken zeer toegankelijk en zijn werken vaak toegesneden op zowel uitvoerenden als een breed publiek. Dat geldt zeker ook voor A Ceremony of Carols die Britten in 1942 componeerde, toen hij midden in de oorlog - vooral uit heimwee - met de boot terugkeerde uit America. Britten schreef het werk oorspronkelijk voor driestemmig jongenskoor (twee sopranen en een altpartij) begeleid met harp.
Britten gebruikte oud-Engelse teksten die om een afwijkende uitspraak vragen. Gek genoeg doen veel woorden en uitspraken denken aan Nederlandse en Belgische woorden, meer dan aan het moderne Engels.
Een harpiste, Edna Phillips had Britten gevraagd een harpconcert te schrijven. Dat is er nooit van gekomen, maar dat was waarschijnlijk wel de reden, dat Britten de veeleisende en op vele plaatsen solistische harppartij heeft gecomponeerd.
A Ceremony of Carols werd al gauw zeer populair, en de uitgever Boosey & Hawkes heeft Julius Harrison gevraagd een bewerking te maken voor vierstemmig gemengd koor. Die versie wordt doorgaans uitgevoerd door gemengde koren. In die bewerking zijn niet alleen de stemmen zingbaar gemaakt voor de lagere stemmen, vooral de mannenstemmen. Ook zijn er extra stemmen bijgemaakt of zijn stemmen opgesplitst. Dat geeft enerzijds een afwisselende klank, anderzijds verliest de muziek af en toe aan helderheid en eenvoud die het in de oorspronkelijke driestemmige versie wel heeft.
Mede vanwege een enigszins scheve verhouding tussen mannen en vrouwenstemmen in het kamerkoor Cantilene uit Katwijk heeft Marien Abspoel een nieuw arrangement gemaakt waarbij hij heeft geprobeerd de beste elementen uit beide versies te verenigen. Onnodige verdubbelingen zijn weggenomen waardoor de muziek helderder wordt. Wel krijgen de mannenstemmen een volwaardige partij, waarin de afwisseling tussen de stemmen tot uitdrukking komt. Deze bewerking heeft doorgaans drie vrouwenstemmen en een mannenstemmen. De mannenstemmen splitsen op enkele plaatsen in tenor en bas. In deel 4, 8 en 9 zingt Wieke Ubels de sopraan solopartij, en zijn ook enkele solistische koorzangers te horen.

© Marien Abspoel, december 2003