In de Mist van Leos Janáček | Afdrukken |
dinsdag, 22 november 2011 20:49

piano cyclus  arrangement voor blaassextet
door  Marien Abspoel  (1997-1998)

Opgedragen aan Onno Meijer, die hieraan de twijfelachtige eer moge ontlenen om het project op te starten, en met het aloude kwintet en een aanvullende (bas)klarinet deze bewerking tot leven te brengen.

In de Mist

Ludvik Kundera noemt in de introductie tot de kritische editie van de werken van Leos Janácek In de Mist een getuigenis van zijn mentale toestand. Zonder zijn plan verder te ontwikkelen om een tweede cyclus van Op een Overgroeid Pad te componeren, voelde Janácek de behoefte om niet de herinneringen van het verre of nabije verleden weer te geven, als meer zijn actuele mentale toestand - de eenzaamheid van een onbegrepen kunstenaar, alsmede geloof in de juistheid van zijn gekozen pad.
In April 1912 completeerde hij de cyclus van vier delen. Het werd voor het eerst uitgevoerd in 1913 in de Brno Vrienden van Kunst Club. Pas op 14 januari 1914 volgde de eerste publieke uitvoering.

Radoslav Kvapil geeft uitvoerige toelichting voor de interpretatie van Janáceks werken waaruit een citaat volgt:
De interpretatie van de werken van Janácek mag nooit academisch zijn - dat moet de eerste fundamentele regel zijn. De grootste schade die men Janáceks muziek kan toedoen is deze te interpreteren zonder enige innerlijke bewogenheid. De komponist veranderde vaak de dynamieken, tempi en expressie tekens op incidentele plaatsen om een "moment van waarheid" neer te zetten.
Daarom tracht Kvapil in een reeks specifieke opmerkingen aangaande interpretatie 'spontaniteit te suggereren', bijna improvisatie, en tegelijkertijd een tolerante benadering te verschaffen van een interpretatieve analyse van de cyclus In de Mist. Tevens benadrukt hij dat er vele mogelijkheden zijn.
Janácek hield volgens Kvapil van de 'volle klank' van het sustain pedaal. Dat komt in dit arrangement enigszins tot uitdrukking in gekozen nootlengtes van harmonische noten.
Uit de opmerkingen van Kvapil komt ook de aanduiding staccato in Dl1 maat 64 en legato in Dl1 m.73.
Kvapil waarschuwt dat de metronoom aanduidingen van Janácek met omzichtigheid moeten worden geinterpreteerd. Janácek ging uit van een zeer flexibel en wisselend tempo. In het vierde deel is dat veelvuldig aangegeven met sostenuto en accel. Aanduidingen naast de hoofd tempi. De metronoom cijfers tussen haakjes met ossia connotatie zijn mijn persoonlijke inschattingen, daarom voorzien van initialen MA.

Wat is In de Mist?

Van Jaroslav Vogel (1962) en Ludvik Kundera (kritische Janácek editie) is In de Mist een
intieme weergave van de gekwelde mentale toestand van Janácek. "Het bevat geen enkel
moment van respijt. Het is een lange strijd om berusting en terugkerende pijn, die
domineert, zelfs tot het einde."
Wat is nu 'In de Mist'?
Het is zeker niet zonder meer een impressie van 'Mist'.
Is het een impressie van 'Wandelen (op een overgroeid pad) door de Mist'? Dat is
misschien wel een juist gevoel bij de eerste klanken waarmee het stuk opent. Al binnen
12 maten blijkt echter de kwelling, die veel persoonlijker is dan een (persoonlijke) natuur
impressie.
Is het wellicht een overdenking van een man (Janácek) die wandelt in de mist en in
melancholieke toestand terugblikt over zijn leven? Ik voel met Vogel en Kundera veel bij
de gekweldheid die zij noemen. De muziek is te veel een directe uitroep van gevoelens,
meer dan een terugblik op gepasseerde gebeurtenissen. Minstens komen de herinneringen
in de mist opnieuw tot leven en groeien zij uit tot nieuwe gebeurtenissen. Hierin is In de
Mist een ander stuk dan Op een overgroeid pad en Mlady, waarin jeugdherinneringen een
prominente rol spelen (zonder dat ze worden overstemd door actuele gevoelens).
Naar mijn gevoel kan de metafoor 'In de Mist' het best worden geduid als de componist
Janácek (toen 57-58 jaar) die - van achter zijn schrijftafel - zijn situatie beziet (en terug
kijkt op z'n leven) als 'In de Mist lopen' of als 'een oudere man die in de mist loopt (en
terugkijkt op z'n leven)'. Dit laat tevens toe dat alle andere lagen in de metafoor mede tot
klinken kunnen komen.

Uitgave:

Gebaseerd op de Supraphon Praha editie van 1982. Ook t.a.v. de maatcijfers en typografi
sche layout is deze uitgave tot uitgangspunt genomen.
Voor een aantal details is ook gebruik gemaakt van de editie onder revisie van V.Stepan
uit 1924 en 1938 (kleine wijzigingen). Hieruit komen bijvoorbeeld de voorslagen in Dl1
m.8-9 en vergelijkbare plaatsen voort, alsmede enkele aanvullende dynamische tekens.
Stepan heeft enkele enharmonische 'aanpassingen' gemaakt. Hier is de lezing van Kvapil
gevolgd. Op enkele plaatsen is bij het arrangement voor transponerende instrumenten
gebruik gemaakt van enharmonisatie.
 
Relatie met Overgrown Path, Mlady en Concertino

Een opvallend verschil met Op een overgroeid Pad is, dat In de Mist geen programmatische titels heeft voor de delen.
In het vierde deel zouden de uitroepen vanaf mt.121-130 verwijzen naar de kreten van de
uil, die in de piano cyclus Op een overgroeid pad wordt geciteerd, en ook daar geasso-
cieerd is met de dood van zijn dochter Olga (de uil is voor Janácek het symbool voor de
naderende dood).

Arrangement - Waarom?

Bij het spelen van In de Mist is mijn klankvoorstelling vanaf het begin geassocieerd
geweest met vocale en blazersklanken. Nadat ik kennis had genomen van Mlady, werd het mij duidelijk, dat de basklarinet als aanvulling op het blaaskwintet een extra rijkdom aan instrumentkleur en expressie bood in het middenlaag register, en tevens een oplossing bood voor enkele nijpende problemen t.a.v. piano transcriptie.
Bovendien is het een aantrekkelijk idee om Mlady van een pendant te voorzien in
dezelfde bezetting. De werken zijn enerzijds zo vergelijkbaar (tijd van komponeren,
terugblik op het leven). Anderzijds is de sfeer van beide werken zeer verschillend.

Uitgangspunten bij de transcriptie:

De partituur heeft in alle keuzes voor orkestratie het primaat gekregen. Een werk van
dergelijke kwaliteit en originaliteit vraagt erom zoveel mogelijk onaangetast te blijven.
Dat mondt soms uit in ietwat 'onhandige' liggingen en fraseringen voor de individuele
instrumenten. Janácek veroorlooft zich voor deze piano compositie op talrijke momenten
ritmische, tempo en interpretatie vrijheden. Het vergt ongetwijfeld intensief samenspel om
datzelfde 'quasi improvisando' in het sextet te realiseren.
In de Mist frappeert door de economie waarmee de essentie in een minimum aan noten is
gecondenseerd. Naast de evocatieve (maar enigmatische) titel bereikt In de Mist ook een
hoge mate van abstractie. Veel momenten roept In de Mist ook een orkestrale kleurenpalet op, en suggereert een dynamiek die het werk een symfonisch gewicht geven.
Daarom heb ik op een aantal plaatsen gebruik gemaakt dubbelingen en unisono orkestra-
ties. Dat vergt soms ook het uiterste aan dynamische dosering, zowel in het piano als in
het forte.

Ossia's; aanbevelingen voor uitvoeringen

Waar ossia's zijn aangegeven, verdienen de ossia's doorgaans de voorkeur.
Dat geldt met name voor de tempo indicaties die Janácek heeft gegeven. Gedacht vanuit
de directe klank van de piano, het gebrek aan klankondersteuning bij de piano, en het
klassieke 'snelle' vooruitdenken van de componist, acht ik de tempo indicaties doorgaans
te snel, voor de piano maar zeker voor de uitvoering in dit sextet arrangement.

De laatste herhaling in deel drie is een keuze tussen vier mogelijke oplossingen die Kvapil evalueerd. Janácek is niet duidelijk in de partituur en schijnt twee oplossingen te hebben geauthoriseerd. Vooral in de sextet bezetting lijkt het mij dat de grote lijn gebaat is bij een langere herhaling, die daarbij gelegenheid biedt tot een iets gevarieerde interpretatie (niet alszodanig aangeduid). Daarom is voor deze variant gekozen.

Waar de hoorn partij in de F / Bas sleutel is geschreven, dient de klinkende toon een kwint onder de aangegeven noot te worden gespeeld, en niet een kwart hoger, zoals in traditionele notatie veelal het geval is.

Marien Abspoel, 22 juli 1998