Francis Poulenc Les Animaux modèles, suite pour orchestre
1 Le petit jour 2 Le lion amoureux 3 l’Homme entre deux âges et ses deux maîtresses 4 La mort et le bûcheron 5 Les deux coqs 6 Le repos de midi
De zes fabels van La Fontaine bieden de rode draad van het ballet, dat door Poulenc in 1941 is gecomponeerd. Het ballet ging in augustus 1942 in première in de Parijse Opera. Poulenc schreef zelf het verhaal dat zich afspeelt ergens op het Franse platteland op een hete morgen, wanneer de mensen en de dieren het leven oppakken. De titel van het ballet komt van de dichter Paul Eluard, die er vijf voorstelde: A la lueur de l’homme (in het licht van de mens), Les Animaux Modèles (Model dieren of dieren als model) Mouvements animaux (dierlijke bewegingen), À la mode animale (op de dierlijke manier, of dierlijke mode) en Mille pattes (duizendpoten).
Le Petit Jour oftewel de morgenstond dient als een prelude, en klinkt deels opnieuw aan het einde. Wanneer een oude dame het toneel kruist op weg naar de kerk, citeert Poulenc toepasselijk zijn eigen Litanies à la Vierge Noire. De sprookjesachtige stemming lijkt op het sprookjesballet van Ravel: ma mère l’oye. De verliefde leeuw vertolkt een meeslepende melodie, Passionément animé, hoe kan het ook anders, maar Poulenc laat in het ballet de leeuw als een hoerenbaas optreden. De muziek van De man tussen twee leeftijden met zijn twee maîtresses doet net als de titel denken aan een Parijse revue met frivole can-can. Dat het niet alleen zomerzon en vrolijkheid is, blijkt in De dood en de houthakker. Na de strenge opening, klinkt een plechtige melodie, die zelfs doet denken aan Poulenc’s geestelijke koormuziek. Toch is een glimlach en humor altijd onder de huid aanwezig, en het meest spectaculair in de lachwekkende vertolking van een kippenvolk dat zich vermaakt rondom twee vechtende hanen. Francis Poulenc noemde zichzelf graag ‘le petit maître erotique’. Hij weet een groot publiek te verleiden en charmeert met gekruide harmonieën, die niet zozeer revolutionair zijn, maar toch passen in de tijd van Ravel en Stravinsky. Je kunt het plezier van het componeren er af horen. Dit is een typisch Franse muziek, gecomponeerd in de oorlog, En diegenen die door de nobele toon en grappen heen kon horen, vond in deze muziek ook een boodschap van hoop.
Uit het complete ballet stelde Poulenc een suite samen. Twee delen zijn weggelaten uit het gehele stuk. Het hanengevecht is ingekort en de verliefde leeuw is van zijn aanstekelijke wals maar ontsporende wals (à la Ravel) ontdaan. Dus moet u De Beer en zijn twee gezellen en De Krekel en de mier maar op YouTube beluisteren. Er blijft zeker genoeg te genieten in dit kleine half uurtje potpourri.
Poulenc schreef: “(…) ik begon Les Animaux modèles te componeren in de meest sombere zomerdagen van 1940. Ik wilde, koste wat het kost, een reden vinden om te hopen voor het lot van mijn land. (…) Het ballet ging in première op 8 augustus 1942, de gebeurtenis heeft in z’n eentje de het theaterseizoen veranderd. Je kunt je het publiek van grijze Duitse officieren voorstellen in ‘saai grijs’, hoe ze zo’n typisch Frans spektakel bijwoonden. Ik heb mijzelf de luxe gepermitteerd, door maar enkele musici herkend, om het chanson non, non, vous n’aurez pas notre Alsace-Lorraine te introduceren in het gevecht tussen de twee hanen. Elke keer dat de trompet het thema aankondigt kon ik een glimlach niet onderdrukken.
De teksten van de fabels van Fontaine zijn met Engelse vertaling te vinden op http://oaks.nvg.org/fontaine.html
Marien Abspoel, Philharmonie November 2010
|