Benjamin Britten: Sinfonia da Requiem | Afdrukken |
maandag, 26 november 2018 22:12

De Sinfonia da Requiem van Benjamin Britten zou onder leiding van Daan Admiraal gespeeld worden als begeleidend stuk naast Ein Deutsches Requiem van Brahms. Daan had een zeer brede repertoirekennis en –liefde. Werken die geschreven werden rond de twee wereldoorlogen stonden bij Daan zeer in de belangstelling. Daan kon tijdens repetities met veel kennis van zaken uitweiden over de omstandigheden waaronder componisten moesten werken, en hoe zij uitdrukking gaven aan de maatschappelijke gebeurtenissen. Ook heeft Daan een uitgebreide studie gemaakt van vaak vergeten componisten en werken uit de oorlogsperiode. Dat heeft geleid tot opzienbarende uitvoering, zoals van Ein Lebensmesse van Van Gilse, Phantastisches Intermezzo van Weigl, en Nagasaki van Schnittke. Daarbij had Daan zeker ook affiniteit  voor werken met een dramatische inslag. Dat kwam de vele uitvoeringen van Mahler en Sjostakovitsj-symfonieën ten goede. Deze affiniteit geldt zeker ook Britten en de Sinfonia da Requiem. Daan heeft het stuk eerder gedirigeerd, naast andere werken van Britten, zoals het Vioolconcert en het War Requiem, waarover hij een diepgaand artikel schreef.
Britten was pas 26 toen hij in 1940 de Sinfonia da Requiem componeerde. Hij zou de opdracht gekregen hebben in 1939 via de Britse Consul als bijdrage aan ‘een festiviteit voor een grootmacht’. Pas later vernam hij dat het 2600-jarig bestaan van het Japanse keizerrijk de aanleiding was. Britten reisde al in 1939 naar Noord-Amerika, en was voor die tijd al een overtuigd pacifist. Hoewel Japan formeel nog niet in oorlog was met de Verenigde Staten, waren de oorlogsvoorbereidingen en sympathie van Japan voor het fascisme in Duitsland ongetwijfeld bekend. Britten lijkt er op uit geweest om met zijn Sinfonia da Requiem de opdrachtgever te provoceren en een signaal af te geven dat niemand, zelfs bij ter gelegenheid van een nationale festiviteit voorbij kunt gaan aan de oorlog en dreigingen in de wereld begin 1940.

Maanden na het aanleveren van de Sinfonia kreeg Britten van het Japanse consulaat te horen dat zijn stuk onacceptabel was en een belediging voor een bevriende natie, vanwege de Christelijke titels, en omdat het werk naargeestig zou zijn. Britten heeft nog een verweer geschreven samen met zijn vriend, de dichter W.H.Auden, maar hij kreeg geen antwoord meer, zeker niet nadat de aanval op Pearl Harbour de oorlog tot wereldschaal vergrootte.
De Sinfonia da Requiem is een hoogtepunt in Britten’s vroege periode. Hij had vanaf zijn tienerjaren gecomponeerd, vooral voor het theater en voor de toen nog prille film. Die ervaring hebben hem ongetwijfeld gesterkt in de ontwikkeling van zijn dramatische en expressieve stijl. Britten wordt vaak in één naam genoemd met Sjostakovitsj en Hindemith, omdat zij gedrieën een muzikale taal gebruiken die toen afweek van de avant-garde. Britten was zeker gefascineerd door alle nieuwe ontwikkelingen in de muziek, en hij zijn leraar Frank Bridge liet hem al kennismaken met Schoenberg. Als we nu de muziek van Britten horen, valt op hoe modern de muziek ook nu nog klinkt. En hoe groot voelt ook het verschil tussen de muzikale taal van Britten en van diens bekende voorgangers als Elgar en Vaughan-Williams. Een breekpunt is wellicht de afkeer die Britten voelde bij de muziek van Brahms, een groot voorbeeld voor de voorgaande generatie Engelse componisten. Bij Britten horen we inderdaad een directe expressie en dramatiek, maar weet hij gevoelens van romantiek voortdurend te ontregelen.
Hoewel ook in deze Sinfonia da Requiem bijna gewelddadige dissonanten te beluisteren zijn, is de tonaliteit nooit ver weg. Het eerste en laatste deel staan ook in D-groot en het middendeel in d-klein.
Het eerste deel valt met de deur in huis. Als dreunen op de deur, die langzaam veranderen in de puls van een hartslag. De celli zetten een thema in waarmee het deel zijn titel Lacrymosa: klaagzang verdient. Dan volgen dreigende interrupties van hoorns en onheilspellende akkoorden in de blazers voordat een grote climax met wrange harmonieën bereikt wordt. In de uitloop van deze climax gaat de muziek fluisterend over in het tweede deel, Dies Irae.
Dat deel doet zijn apocalyptische naam eer aan. Als een groep wilde paarden stormt de muziek dichterbij. Ook de oorlogsmachinerie van Sjostakovitsj’ Symfonieën lijkt hier dichtbij. In een macabere mars speelt de saxofoon het thema uit het eerste deel. Het deel mondt uit in een soort uitgecomponeerde chaos, waarin we zonder veel fantasie de ontaarding van de oorlog kunnen beluisteren. Noten vliegen van hoog naar laag unisono door het orkest om telkens in een barbaarse lage D neer te storten. Het unisono spel versterkt door het ontbreken van harmonie het gevoel alsof de muziek uit elkaar valt. Juist als de muziek hortend en stotend tot stilstand lijkt te komen, zet het derde deel, Requiem Aeternam in.
In drie fluiten klinkt een troostende melodie, maar ook hier ondersteunt de begeleiding niet en blijven harmonieën wringen. Britten lijkt de overal aanwezige tonaliteit van D te benutten om alle verwachtingen uit balans te brengen. De strijkers beginnen een vloeiende melodie die hoop lijkt uit te beelden, wederom gebaseerd op het hoofdthema van het eerste deel. Hieruit groeit een korte climax, die toch weer meer dreigend klinkt dan hoopvol. Wanneer alle houtblazers de fluitmelodie herhalen, klinkt het eerder als melancholische berusting dan als hoopvol. Daar verandert het laatste D-groot in bassen, harpen en klarinetten niets meer. De oorlog was toen immers nog in volle gang, en de hoop op vrede bracht Britten eerder in een isolement dan dat het bijdroeg aan het succes van het werk. Dat succes heeft tot na de oorlog moeten wachten met zijn opera Peter Grimes.
Leonard Bernstein noemde Britten ‘a man at odds with the world’; in onmin met de wereld. Het thema van de geïsoleerde eenling tegenover een vijandige wereld komt vaker terug in zijn opera’s, maar is in de kiem in deze Sinfonia da Requiem al aanwezig.
Hoewel Britten koketteerde met de mening, dat hij Brahms niets vond, is het voor de troost ook van deze concertavond goed, dat we deze combinatie van requiems kunnen beluisteren. En in deze volgorde. Daan heeft beide stukken ook geliefd.
Marien Abspoel, De Philharmonie, 23 november 2018