De afgun-factor | | Afdrukken | |
maandag, 15 april 2013 14:54 |
Peter Middelkoop schrijft in de Volkskrant van 15 april zijn column met de titel ‘Zoiets gun je niemand’. www.volkskrant.nl. Uiteraard toegesneden op voetbal, want er is geen volkstaal waarin je beter een verhaal als voorbeeld voor de hele wereld kunt vertellen dan voetbal. PSV lijkt in deze column het slachtoffer ten gunste van Ajax. Dat is echter maar schijn. Middelkoop had zijn titel niet beter kunnen kiezen. ‘Zoiets gun je niemand’. In de commerciële wereld is het al enige jaren een hype om te prediken over ‘de gunfactor’. Google maar eens op de term. Een website, een boek, tips. Zonder ‘gunfactor’ kom je er niet. Toch wijst Middelkoop er – onbewust? - op dat deze ‘gunfactor’ ook in het omgekeerde kan veranderen. De niet-gun-factor, of misschien beter: de afgun-factor. Middelkoop gunt niet Ajax de winst. Hij gunt PSV het verlies. Ik zal de laatste zijn om te beweren, dat het niet belangrijk is om in samenwerking sympathie te wekken, en je in te spannen, dat jouw samenwerkingspartners een prettig gevoel en vertrouwen krijgt in jouw aandeel aan de samenwerking. Met name vanuit de ervaringen met sociale media is er veel aandacht voor de oppervlakkige eerste indrukken die maken dat mensen zo snel mogelijk een eerste selectie willen maken wie er door de eerste ronde komt, alvorens men in aanmerking komt voor de gunfactor. Er zijn zoveel aanmeldingen, dat er geen beginnen aan lijkt als je iedereen wilt toelaten voor de gunfactor. Misschien zegt deze column iets over het chagrijn van de auteur. Iemand die teveel gunsten is misgelopen. Er naast heeft gekleund. Dat moge zo zijn. In mijn vroegere werk (bij kenniscentra) werden we vaak uitgenodigd om advies te geven of zelfs offertes in te dienen. Heel vaak werden die afgewezen. Ook vaak kreeg niemand anders de opdracht. Ik solliciteerde een half jaar geleden bij een verzekeraar (zal de naam niet noemen). Ik werd afgewezen. Wellicht te weinig gunfactor (vage toelichting over profielen en andere pasten beter en zo. Niet dat ik te oud was, want dat mag je wel denken maar niet opschrijven.) Drie maanden later lees ik dezelfde vacature in de krant. Ik bellen en mailen. Is het een nieuwe vacature? Nee. Is de oude vacature al vervuld? Nee. Kom ik wellicht in aanmerking? Nee. Is het wel een echte vacature? Geen antwoord… Ik hoorde dat er orkesten zijn in Nederland, die regelmatig proefspel audities uitschrijven en dan niemand aannemen (Niet mijn vak, dus geen persoonlijke kinnesinne). Natuurlijk spreken ze niet over het ontbreken van de gunfactor. Ontbreken van kwaliteit en zo, bla, bla. Het heeft nog het meest van het vissen naar de hoofdprijs in de loterij zonder een lot te kopen. Iets soortgelijks als met de gunfactor lijkt aan de hand met ‘vertrouwen’ of specifiek: consumentenvertrouwen. Het laatste is eigenlijk een bizar begrip. ‘De consument’ bestaat immers niet. Het is een soort economische fetisj geworden. Een metafysisch begrip waar niemand bij kan komen, behalve door het af te leiden van andere al even dubieuze indicatoren. En dan heb je niet alleen het consumentenvertrouwen, maar ook theorieën over mechanismen om dat vertrouwen op te krikken. Ook die theorieën zijn grotendeels krakkemikkig en speculatief. Wat is nu de link met de gunfactor? Die hele theorie van consumentenvertrouwen lijkt er geen rekening mee te houden, dat vertrouwen soms omslaat in wantrouwen. Consumentenwantrouwen. Want net als dat het gebrek aan vertrouwen van consumenten in de economie een realistische inschatting kan zijn, geldt dat ook voor wantrouwen. Verhalen in de media versterken de gedachte dat het wantrouwen in bankdirecteuren terecht is. Termen als ‘graaicultuur’ en ‘zelfverrijking’ helpen daar aan mee. En de tirade van de PVV tegen de Haagse regentencultuur en Amsterdamse grachtgordel spreekt ook boekdelen. Wantrouwen is ìn! Hoe het ook precies zit met consumentenvertrouwen, iets in mij zegt, dat de politiek andere antwoorden moet vinden op een laag consumentenvertrouwen, dan op een hoog consumentenwantrouwen. Want aan wantrouwen – evenals aan niet-gunnen - kleeft een combinatie van negativiteit en gebrek aan integriteit. En je kan als politicus alleen het goede voorbeeld geven als jouw positieve instelling oprecht en geloofwaardig overkomt. En dat laatste is een zwak punt van premier Rutte als ik een recente compilatie van zijn positieve uitspraken op TV tot mij laat doordringen. Diep in mijn hart voel ik wel wat er nodig is. Zowel voor een gunfactor als voor vertrouwen is het nodig dat je samen met een partner een gedeelde visie vormt over wat je wilt bereiken. En er lijkt in de huidige samenleving met zijn sociale media een paradox op te leven, dat je enerzijds je hele hebben en houwen op straat gooit, en anderzijds niet het achterste van je tong laat zien. Dus blijft het vaak maar gissen als een blindemannetje wat de echte wensen zijn van de partners waarmee je samenwerkt. Anderzijds is het wantrouwen wellicht reëel. Valt er wel iets gezamenlijks op te bouwen, wanneer we in het huidige crisisklimaat blijven vasthouden aan rechten en privileges, die vanuit een duurzame visie nauwelijks houdbaar zijn? Banken, pensioenen, werkgelegenheid, terrorisme en oorlog, internationale handel, ecologische rampen... Ik doe een voorstel. Ten behoeve van het welzijn van Nederland en jou en mij in het bijzonder stel ik voor, dat we alleen nog maar over de gunfactor spreken, wanneer we van plan zijn het positieve resultaat tenminste aan één partij te gunnen. Wanneer er een sfeer ontstaat waarin je in feite niemand meer de prijs gunt, doe je onrecht aan het idee van gunnen. Je doet niet alleen onrecht aan het idee van het positieve. Als je niet bijdraagt aan het opbouwen van iets moois, welke waarde heeft het niet-gunnen dan nog? Dan verandert gunnen in niet-gunnen, of beter: afgunnen. Afgunst heeft nog iets van erkenning van het geluk van een ander. Zelfs die erkenning lijkt te ontbreken. Middelkoop misgunt PSV niet de winst. Hij gunt hen het verlies. Middelkoop schreef in zijn column: ‘Zoiets gun je niemand’ . Spijker op de kop! Niet gunnen is de focus. Zoeken van irritatie is de focus. Zoals het tellen op vingers door Van Bommel. Of de vermeende schwalbe van Toivonen. Middelkoop eindigt met iets dat hij iemand niet gunt: een radeloze teleurstelling. Hoeveel ontkenningen kan je op elkaar stapelen? Is er iets dat Middelkoop wèl iemand gunt? In de column gunt hij zichzelf één ding: dat het leuk wordt. Doordat PSV leuk had gespeeld. Als hij het zich leuk had gemaakt, door een paar vrienden uit te nodigen en met een biertje op de bank alle wedstrijden te bekritiseren…. Aha, wacht eens even, nu ik het schrijf…. De column van Middelkoop zou door het leven kunnen gaan als een briljante zelfanalyse. Bij gebrek aan een sprankje positieve levensinstelling komt er nooit een gunst over je lippen. Zelfs niet de teleurstelling! Er zijn in de huidige wereld heel veel dingen niet leuk. Ze worden ook niet leuk, tenzij je mensen wat gunt. Gunnen is leuk, als je de guts hebt te gunnen. Waar blijft de passie? |