Doordenken over ego en conflict | Afdrukken |
dinsdag, 10 februari 2015 15:01

In de volkskrant van 10 februari staat een column van David Brooks, columnist van The New York Times (vertaald). De titel is : ‘de wisselwerking tussen conflict en ego’. Het begint met een beschrijving van beledigende reacties op een column, en het advies om je gevoel voor eigenwaarde (later ook trots) uit te schakelen. Parkeren lijkt mij overigens een beter woord. Dat voel ik goed aan. Ik weet niet goed wat een gevoel voor eigenwaarde is, maar ik heb genoeg voorvallen in gedachten, die maken dat ik snap wat trots of gevoel voor eigenwaarde is, en waar je er goed aan doet om die eigenwaarde niet acuut met maximale energie te verdedigen.
Dan slaat Brooks op de analytische toer. "Bij dergelijke aanvallen gaat het meestal om dominantie. De beledigende partij probeert zijn ofhaar superioriteit ten opzichte van het doelwit te bevestigen met veel vertoon van ongefundeerde harde taal". Wat staat hier eigenlijk? Als Brooks het over dominantie heeft, dan kan je het eigenlijk alleen begrijpen als hij daarmee doelt op een onder het oppervlakkige gedrag liggend (biologisch) mechanisme. Je kunt je dan iets voorstellen bij alfa-mannetjes zoals de verhalen kunnen vertellen over honden, chimpansees en mensen. Dat een zekere behoefte aan dominantie zou bestaan, mogelijk evolutionair ingegeven door de beste kansen op voedsel en meest vruchtbare vrouwtjes, dat lijkt mij evident. Maar waaruit moet nu blijken, dat het bij beledigingen en pesten gaat om dominantie? Een oude truc, die tenminste sinds de evolutie-biologie en ook sinds Freud van stal wordt gehaald is vervolgens te betogen, dat alles draait om ‘dominantie’. Je hoeft het dus niet te bewijzen, de wereld is niet anders. Alleen wordt je vizier op de wereld vervolgens nogal begrensd. Je zult bijvoorbeeld ook alle mooie zaken zoals verliefdheid en kunst vanuit het principe van dominantie moeten bezien. Er was toch niets anders???
In dat ene zinnetje wordt dominantie en ‘superioriteit’ min of meer gelijkgeschakeld. Is dat zo? Ik vergeeft Brooks graag dat hij het adjectief ‘vermeende’ of ‘gevijnsde’ of ‘geclaimde’ superioriteit weglaat.  Maar waar dominantie een biologische associatie heeft, draagt 'superioriteit' een moreel waardeoordeel in zich. En met dat waardeoordeel kan je dan weer verschillend omgaan. Voorlopig meegaan, of er tegenin, bestrijden, of weer herinterpreteren tot een onderliggend minderwaardigheidscomplex. Dat is dan weer interpretatiewerk van de lezer, evenals dus dat label van superioriteit, dat doorgaans niet een uitgesproken claim is (‘I can do everything better than you’ schreef Irvin Berlin) maar een veronderstelling van een toehoorder of vermeend slachtoffer.
Ik blijf nog even bij dat ene zinnetje: ‘"met veel vertoon van ongefundeerde harde taal".  'Veel vertoon' zal meestal iets zeggen over de energie, en de theatrale competenties van iemand om de omgeving naar zijn/haar hand te zetten. 'Harde taal' duidt meestal op veroordelend. beschuldigend en vaak op scheldwoorden, vervloekingen, beledigingen, al dan niet racistisch of seksistisch. Daar kan ik mij van alles bij voorstellen. Maar nu even dat adjectief ‘ongefundeerd’. Natuurlijk kan het ongefundeerd zijn. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Er kan wel degelijk een kern van waarheid in zitten, dat onvrede van galspuwers op columns, maar ook terroristen in oorlogsgebieden zich verweren tegen mensonterende situaties, die wel degelijk een ‘fundament’ verlenen aan klachten en negatieve oordelen over de rol van bepaalde mensen of groepen of organisaties (De VS zijn veelvuldig beoogd doelwit en benoemd als bron van alle kwaad).
Brooks gaat verder (een zinnetje): "De beste reactie is natuurlijk om het spelletje niet mee te spelen". Spelletje? Wie zegt dat het een spelletje is? Voor wie is het een spelletje? Zo ja, wie zijn dan de spelers, en met welke inzet wordt gespeeld? Voor het voorbeeld met negatieve reacties onder een column kan ik mij de reactie van Brooks voorstellen, dat de meeste reaguurders zich menen een ‘free ride’ te kunnen regelen. Dat kan allerminst gezegd worden van de vermeende terroristen in Syrie. Met enige theoretische afstand kunnen we analyseren, dat speltheorie meer een model is dan een beschrijving van de werkelijkheid zelf, en dat je onschuldige of triviale spelletjes niet kunt vergelijken met levensbedreigende spelletjes, zoals Russisch Roulette, of terrorisme. Die vergelijking gaat mank.
Weer een zinnetje verder: "Vijandigheid is een nare gemoedstoestand. Trots is pijnlijk". Hulde. Mooier kan je het haast niet zeggen.
Weer een zinnetje: "Wie zijn ego in toom kan houden, ziet de wereld helder, overziet het onderwerp en heeft de situatie onder controle." Dit is een lastige. Wat is in Godsnaam een Ego? Hoe hou je iets dat je niet kunt benoemen in hemelsnaam ‘in toom’. Ik snap dat je in een staat van heftige beroering niet komt tot een nuchtere en afgewogen analyse. Als Brooks dat bedoelt met ‘de wereld helder zien’ dan ga ik daarin mee. Maar dat je de situatie onder controle hebt, lijkt mij toch voor een groot deel wensdenken. Er zijn zeker veel mensen in oorlogsgebieden zoals Oekraine en Syrie, die zelfs met een enorme dosis intellectuele bagage en nuchterheid en zelfs zonder enig spoor van een Ego niet zouden kunnen claimen dat ze de situatie onder controle hebben.
Even verder: "Toch zijn ook die onthoofdingen en die monsterlijke daad van verbranding van een mens, beledigingen die erop gericht zijn een soortgelijke onderbuikreactie uit te lokken." Dit is een redenatie vergelijkbaar met die over ‘dominantie’, die een soort biologisch mechanisme veronderstellen. Je zou kunnen zeggen: Uitlokken van agressie, tarten van een tegenstander in de hoop hem/haar in jouw richting te doen bewegen. En net zoals dominantie, kan je aanvoeren, dat het nemen van initiatief (of in speltheorie: het zetten van de volgende zet) voordelen heeft.
Brooks vervolgt: "Het zijn pogingen van onbeduidende mannen die hun macht en status door de hele wereld bevestigd willen zien." Zit hier niet een tegenspraak in? Als ze macht en status willen bereiken door terreur en het lukt hen, hoewel op verwerpelijke manier, zijn ze dan wel onbeduidend? Zijn het geen geslaagde pogingen? Ik zou bijna denken dat Brooks zich schuldig maakt aan contra-belediging.
Daarna beschrijft hij in feite iets, dat je simplistisch kunt samenvatten tot: terrorisme en propaganda WERKT!! "Terrorisme is tergen. Die video’s van moordpartijen zijn bedoeld om ons een gevoel van machteloosheid te geven waarbij wij zowel angst als walging voelen". Ja, en het werkt ook nog.
Maar net als bij pesten en de smakeloze bijdragen van reaguurders op columns, moet je niet blijven steken bij: het bestaat omdat het werkt. Je moet verder doorvragen. Ik snap dat pesten werkt, maar waarom doen mensen dat? Waarom spuien reaguurders? En waarom gaan terroristen zo ver met hun walgelijke praktijken? Je hebt weinig interpretatie nodig om achter al deze uitingen onvrede en boosheid te lezen. Dat is dus ook nauwelijks een verklaring, meer een pleonasme. We moeten nog verder doorvragen: Waarom zijn mensen ontevreden? Of: wat zou deze mensen tevreden maken? Welke behoefte zou worden bevredigd? Of waarop is in ieder geval enige hoop gevestigd, die aanleiding geeft tot dergelijke verwerpelijkheden?
Er doen in de politiek allerlei eufemismen de ronde die ook dergelijke uitingen verzachten: ‘Klagers willen gehoord worden’. ‘Politici schieten tekort om uit te leggen waarom beleid nodig is; ze spreken de taal van het volk niet meer’. Toch praten de klagers en reaguurders vaak ook niet namens zichzelf, wat je zou verwachten als het om kwetsbare of juist grote ego’s zou gaan. En ook politici gaan ‘de wijk in’, moeten meer in de provincie komen, zowel met aandacht voor de aardgaswinning in Groningen als de werkloosheid in de oude mijnstreek van Limburg. Brooks bespreekt in zijn column niet, dat er onder terroristen ook aanzienlijk wat rondlopen die bereid zijn tot een zelfmoordaanslag. Dat is toch moeilijk te rijmen met een gezonde ego-functie. En zelfs als je accepteert dat deze mensen slachtoffer zijn van indoctrinatie en hersenspoeling (hoewel er hoog opgeleide terroristen rondlopen) lijkt het aannemelijk, dat er onder eventuele dominantie, superioriteit en agressie veelal eerder en primitief wij-zij denken schuilgaat dan een overmatige ego-eigenschap. En uiteraard gaat ieder wij-zij denken gepaard met een dosis simplificatie en generalisatie, waarna iemand zich met een groep kan identificeren. En eigenlijk vermoed ik dat zulk wij-zij denken mogelijkerwijs dieper in ons biologisch gestel zou kunnen zitten ingebakken, dan de dominantie en superioriteitsgevoelens, en zelfs het haatzaaiende gedrag dat Brooks aantreft.
Brooks: "Het wemelt in de werled van ongeziene jongemannen die zich maar wat graag belangrijk voelen, die niets liever doen dan de wereld choqueren en bereid zijn om (…). Ja, ongetwijfeld. Daarmee zouden we meteen moeten zeggen, dat die mannen zich gesteund voelen door een groep, waarvan zij hopen spreekbuis te worden. Die spreekbuis die wil iets zeggen, en die heeft een klacht of onvrede die zij niet binnen de gangbare democratie en bureaucratie denken kwijt te kunnen.
"Onze opdracht is om het primaat van pluralisme, vrijheid en democratie te vestigen. Om fanatisme te temperen en zelfkritiek te bevorderen." Ja, zeker en ongetwijfeld. Maar voldoen democratische landen en mensen (met en zonder regeringsverantwoordelijkheid of gezagdragers) enigszins aan deze criteria? Werken ze aan deze opdracht? Het beantwoorden van deze vraag zal al gauw verzanden in een nieuw wij-zij-denken. Want er is geen echt pluralisme en vrijheid zonder gelijkheid, en er is geen gelijkheid op vele plekken in de wereld. Niet waar Palestijnen achter een betonnen muur wonen, en waar bommen vallen in Syrie, waar verschillende geloofsrichtingen binnen de Moslim-gemeenschap elkaar naar het leven staan. Net zoals de Groningers zich niet serieus genomen voelen als hun huis instort, en werklozen in de provincie met argusogen kijken naar de Randstad.
Natuurlijk is het evident dat gelijkheid principieel niet kan bestaan. Maar we kunnen gelijkheid wel oprichten, als principe, als manifest van de democratie. Dat stelt vervolgens wel eisen aan ons gedrag. Leven we daar ook naar? Natuurlijk mag je jezelf als reaguurder uiten, zowel over je onvrede als jouw gevoel van humor. Natuurlijk kiezen strijders in Syrie andere middelen dan reaguurders in de burgelijke media in Nederland. Daarmee zijn daden niet gelegitimeerd.
Brooks: "Mensen die onze bewondering opwekken, doorbreken die keten "(dat conflicten het ego doen ontvlammen en omlaag halen). Het lijkt vanzelfsprekend dat in een wereld van harmonie potentiële ego’s weinig voedingsbodem vinden om te ontploffen. En dat mensen er goed aan zouden doen om eerst na te denken voordat ze iets ondernemen, daaraan lijkt mij weinig verkeerds, en wellicht iets te bewonderen. Het is daarna wel belangrijk dat mensen ook het goede doen, en zeker niet alleen in moralistische retraite terugvallen. Er hoort ook bereidheid bij om de politieke en sociale situaties en met name de brandhaarden onder ogen te zien, zonder onze eigen blindheid voor onze eigen superioriteitsgevoel wat er wel en niet gepast is. Meer dan grote ego’s zie ik in reaguurders EN in terroristen mensen die in paniek en in een stroomversnelling van gebeurtenissen wild om zich heen gaan slaan. Die hun ego verliezen in een wij-zij propaganda, dat gevoed wordt door een gevoel van onveiligheid en overlevingsdrang. Het lijkt mij plausible dat die overlevingsdrang meer nog dan individuele dominantie een onderbuikgevoel raakt.
Mooie column van Brooks, vraagt nog wel verder doordenken.