Sergei Prokofiev : Zesde Symfonie in Bes Op.111 | Afdrukken |
zaterdag, 25 december 2010 19:57

Sergei Prokofiev werd in 1891 geboren in een aristocratische familie in de tegenwoordige Oekraïne. Zijn moeder was pianiste en gaf hem op zeer jonge leeftijd de eerste pianolessen.Prokofiev
Reinhold Glière kwam hem al thuis privé-lessen geven voordat Sergei op dertienjarige leeftijd naar het conservatorium van Sint Petersburg ging. Van 1918 tot 1922 reisde Prokofiev door Amerika, Frankrijk en Engeland als concertpianist. In 1922 vestigde hij zich in Parijs, waar hij in samenwerking met Diaghilev enkele balletten schreef voor dienst Ballets Russes. In 1933 trok heimwee hem weer naar Rusland, waar hij zich permanent in Moskou vestigde. “Ik ben nu overtuigd, dat de kunstenaar niet te ver van zijn vaderlandse bronnen moet afdwalen.” In zijn onvoltooide autobiografie analyseert Prokofiev zijn werk in hoofdlijnen.

“Het eerste principe is de klassieke lijn, welke herleid kan worden tot mijn jeugd en de Beethovensonates (zijn moeder was een excellente Beethovenvertolkster). Nu en dan neemt deze lijn een neoklassieke vorm aan of imiteert het 18de eeuwse klassieke werken. De tweede lijn, de moderne trend, begint met mijn ontmoeting met Tanejev; dat was toen hij mij terechtwees voor grofheid van mijn harmonieën. Dit was een van de belangrijkste aanleidingen om te zoeken naar mijn eigen harmonische taal, die zich later ontwikkelde tot een taal die krachtige emoties kan uitdrukken. Hoewel deze speciale lijn voornamelijk spreekt over een harmonische taal, bevat het ook nieuwe excursies in melodieën, orkestratie en dramatische kunst. De derde lijn is de toccata ofwel ‘de motor’, een lijn die wellicht verbonden kan worden met de toccata’s van Robert Schumann. Deze toccata’s maakten een enorme indruk op mij. De vierde lijn is de lyrische lijn. Het overkwam mij eerst als een meditatief gevoel, niet altijd in associatie met melodie. Feitelijk ontdekte ik deze lijn pas later. Een lange tijd besteedde ik geheel geen aandacht aan lyrische muziek en ontwikkelde het zeer traag. Langzamerhand nam het belang van deze lijn in mijn muziek toe.”
Tenslotte schrijft Prokofiev:  “Ik zou mij graag beperken tot deze vier hoofdlijnen en mij willen richten op de vijfde ‘groteske’ lijn, die door sommigen wordt beschreven als een afgeleide van de andere lijnen. Het woord ‘grotesk’ is afgezaagd en misbruikt in deze context. Ik zou enkele zaken liever willen beschrijven als ‘Scherzoachtig’ of, om verschillende gradaties te verkrijgen: Scherzo – Wispelturigheid – Lachen – Bespotting.”

De Zesde Symfonie kwam tot stand onder bijzonder moeilijke omstandigheden. Het was het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. Prokofiev kreeg in januari 1945 een hartaanval, viel van de trap en werd in een ziekenhuis opgenomen met een hersentrauma. Ondanks dat het rust werd voorgeschreven werkte hij door op een notitieblokje dat hij verborgen hield onder zijn kussen. Hij vervaardigde een pianopartituur van de symfonie in de herfst van 1945. De instrumentatie nam nog twee jaar in beslag, terwijl Prokofiev aan andere composities werkte zoals de Negende Pianosonate, de Tweede Vioolsonate en de filmmuziek voor Iwan de Verschrikkelijke. De première van de Zesde Symfonie vond uiteindelijk plaats in Leningrad (Sint Petersburg) op 10 oktober 1947.
Vier maanden later vaardigde het Centraal Comité van de Communistische Partij een decreet uit waarin Prokofiev naast Sjostakovitsj, Miaskovsky en Khatsjatoerian schuldig werden bevonden aan ‘formalistische perversie en vele ondemocratische tendensen, waaronder atonalisme, dissonantie, minachting voor melodie en het gebruik van chaotische en neuropathische harmonieën’. Al deze ‘zonden’ werden wezensvreemd geacht aan de artistieke smaak van het Sovjetvolk. Tijdens de uitspraak draaide Prokofiev demonstratief de rechters de rug toe. Op de reprimande antwoordde hij: “Wat weten ministers over muziek? Dat is de zaak van componisten.” Prokofiev overleed op 5 maart 1953 in Moskou, en hij deelt zijn sterfdag met … Jozef Stalin. Pas vijf jaar na Prokofievs dood werd de veroordeling als ‘incorrect’ herroepen.
De Zesde Symfonie is niet het meest toegankelijke werk van de componist. Wie alleen bekend is met de Klassieke Symfonie, Peter en de Wolf of de imposante Vijfde Symfonie, raakt in de eerste twee delen mogelijk het spoor bijster. Daaraan is een buitenmuzikaal programma waarschijnlijk debet. Prokofiev heeft weinig werken gewijd aan een politieke of maatschappelijke gebeurtenis. De Zesde Symfonie is echter gecomponeerd ter gedachtenis aan de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Daarom ligt een vergelijking met Sjostakovitsj voor de hand. In passages van het eerste en tweede deel doet de orkestrale sfeer zeker aan de latere werken van Sjostakovitsj denken. Bitterheid en melancholie kan het werk niet ontzegd worden. Door deze buitenmuzikale verwijzingen en maatschappelijke betrokkenheid - Prokofiev noemde zichzelf ‘volstrekt apolitiek’ -  is de Zesde Symfonie de meest dramatische en indringende uit de reeks van zeven.
De rijke orkestratie is typerend voor Prokofievs stijl. De tuba neemt in vele werken een hoofdrol en krijgt in deze symfonie solistische proporties. Naast de harp en de celesta wordt aan de piano als orkestinstrument een belangrijke rol toebedeeld. Volgens Prokofievs principe krijgt deze vooral een ritmische ‘slagwerkfunctie’.
Prokofiev construeerde deze symfonie als een architectonisch bouwwerk. Beethoven gold daarbij als het grote voorbeeld. Het gebruik van cadensen en een sequenstechniek zijn zeer karakteristiek voor dit werk. De Zesde Symfonie kan gezien worden als een studie in cadensen. Cadens is een begrip uit de klassieke harmonieleer, waarmee de harmonische wending wordt aangeduid waarmee een compositie (in sonatevorm) na alle omzwervingen weer in de grondtoonsoort terugkeert. In klassieke concerten gebruikt de solist deze wending om min of meer improviserend al zijn/haar virtuoze kunstjes te vertonen, voordat het orkest de afsluiting ten gehore brengt. Wagner heeft met zijn opera Tristan und Isolde naam gemaakt door in schier eindeloze harmonische uitwijdingen de verlossende cadens uit te stellen tot de laatste minuten van de opera. Prokofiev lijkt in de Zesde Symfonie een zeer onromantische spel te spelen. Voortdurend eindigt Prokofiev een korte thematische passage met een cadens, die een oplossing, een tijdelijk rustpunt suggereert. Het begint al met de eerste brutale inzet van de koperblazers en lage strijkers. Daarentegen beweegt het eerste thema dat de violen introduceren rusteloos, zonder richting te kunnen ontlenen aan een harmonische ontwikkeling.

Deel 1: Allegro moderato

Voorbeeld 1: eerste thema door de eerste viool plus altviool

Het tekent de grote inventiviteit van Prokofiev dat hij erin slaagt de opbouw van het werk tot een grote symfonische vorm gestalte te geven. Iedere cadens brengt weer een andere harmonische modulatie met zich mee.
Het melancholische tweede thema wordt ingezet door de hobo en althobo. De onregelmatige pulserende begeleiding van het lage orkest suggereert een onderhuidse dreiging. De doorwerking introduceert een nieuw gegeven dat een klok met een treurmars combineert. Tegen de achtergrond van deze ‘wegtikkende seconden’ zetten de altviolen een klaagzang in.

Deel 2: LentoProkofiev cartoon

Prokofiev hanteert een sequenzentechniek op zeer persoonlijke wijze. Korte motiefjes schuiven omhoog of omlaag en vormen lange spanningsbogen die vaak pas na vele maten tot ontspanning komen. Uit de klassieke sonatevorm kennen we dergelijke sequenzen met name uit de harmonische doorwerking. Prokofiev verleent de sequenzen echter een melodische functie. Ze worden aaneengeregen tot flexibele, soms grillige melodieën. De dramatische opening van het tweede deel is een demonstratief voorbeeld.

Voorbeeld 2: opening tweede deel door hoge blazers.

In dit tweede deel wordt tot twee keer toe een lange melodische lijn gesponnen. Tomeloze lyriek stuwt de muziek tot een extatisch hoogtepunt. De middensectie verklankt het luiden van een klok. Dat doet denken aan het ballet Assepoester, dat Prokofiev eveneens in 1945 voltooide, waarin een spectaculaire middernachtsklok wordt opgevoerd. In de Zesde Symfonie klinken echter geen sprookjesklokken maar dreigende noodsklokken.

Deel 3: Vivace

De opening van het derde deel roept onmiddellijk herinneringen op aan de Eerste ‘Klassieke’ Symfonie en het muzikale sprookje Peter en de Wolf. Op een verende begeleiding zet een luchtig, onbezorgd deuntje in. Binnen acht maten stort de melodie zich in een primitief volksdansritme, dat de melodie onderbreekt: het ritme wordt het thema (zie voorbeeld 3a).
Prokofiev realiseerde zich dat zijn Zesde Symfonie het opusnummer 111 zou krijgen, wat ook de laatste pianosonate van Beethoven sierde. Niet ongevoelig voor deze getallenmystiek heeft Prokofiev lang met de gedachte gespeeld de symfonie in memoriam aan Beethoven op te dragen. Vanuit dit perspectief is het verleidelijk om in het laatste deel parallellen te ontdekken met het laatste deel van de Zevende Symfonie van Beethoven (zie voorbeeld b).

Voorbeeld 3a: Prokofiev, derde deel

Voorbeeld 3b: Beethoven: Symfonie Nr.7, vierde deel.

Bij de Russische uitgave van de partituur uit het Sovjettijdperk is een introductie beschikbaar. Daarin wordt het tweede thema geassocieerd met de “vrolijke en zangerige muziek van militaire Sovjetmarsen”. Deze toelichting vermeldt niet dat het bedoelde thema binnen zes maten ruw afgebroken wordt door een wrang ‘noodlotsmotief’ dat overigens weinig meer is dan een cadens.

Voorbeeld 4: derde deel, tweede thema, ‘noodlotsmotief’

Verwrongen harmonieën werpen de luisteraar uit het sprookje terug in de wrede werkelijkheid van de Tweede Wereldoorlog en het repressieve Sovjetregime. In de coda wordt het tweede thema uit het eerste deel gespeeld als een sombere, onheilspellende klaagzang. Prokofiev sluit de symfonie af met het ‘noodlotsmotief’: een schreeuw van protest.

In een handtekening verwerkte Prokofiev een motief waarin we direct het tweede thema uit het derde deel herkennen. Maar de handtekening is 11 jaar eerder gezet! Er blijft nog genoeg uit te zoeken, maar laten we het zien als een indicatie dat de Zesde Symfonie Prokofiev na aan het hart lag. 

Marien Abspoel, VU-orkest 1996 en Krashna Musika 1997handtekening prokofiev