Sergei Prokofiev : Zesde Symfonie in Bes Op.111 | | Afdrukken | |
zaterdag, 25 december 2010 19:57 |
Sergei Prokofiev werd in 1891 geboren in een aristocratische familie in de tegenwoordige Oekraïne. Zijn moeder was pianiste en gaf hem op zeer jonge leeftijd de eerste pianolessen. “Het eerste principe is de klassieke lijn, welke herleid kan worden tot mijn jeugd en de Beethovensonates (zijn moeder was een excellente Beethovenvertolkster). Nu en dan neemt deze lijn een neoklassieke vorm aan of imiteert het 18de eeuwse klassieke werken. De tweede lijn, de moderne trend, begint met mijn ontmoeting met Tanejev; dat was toen hij mij terechtwees voor grofheid van mijn harmonieën. Dit was een van de belangrijkste aanleidingen om te zoeken naar mijn eigen harmonische taal, die zich later ontwikkelde tot een taal die krachtige emoties kan uitdrukken. Hoewel deze speciale lijn voornamelijk spreekt over een harmonische taal, bevat het ook nieuwe excursies in melodieën, orkestratie en dramatische kunst. De derde lijn is de toccata ofwel ‘de motor’, een lijn die wellicht verbonden kan worden met de toccata’s van Robert Schumann. Deze toccata’s maakten een enorme indruk op mij. De vierde lijn is de lyrische lijn. Het overkwam mij eerst als een meditatief gevoel, niet altijd in associatie met melodie. Feitelijk ontdekte ik deze lijn pas later. Een lange tijd besteedde ik geheel geen aandacht aan lyrische muziek en ontwikkelde het zeer traag. Langzamerhand nam het belang van deze lijn in mijn muziek toe.” De Zesde Symfonie kwam tot stand onder bijzonder moeilijke omstandigheden. Het was het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. Prokofiev kreeg in januari 1945 een hartaanval, viel van de trap en werd in een ziekenhuis opgenomen met een hersentrauma. Ondanks dat het rust werd voorgeschreven werkte hij door op een notitieblokje dat hij verborgen hield onder zijn kussen. Hij vervaardigde een pianopartituur van de symfonie in de herfst van 1945. De instrumentatie nam nog twee jaar in beslag, terwijl Prokofiev aan andere composities werkte zoals de Negende Pianosonate, de Tweede Vioolsonate en de filmmuziek voor Iwan de Verschrikkelijke. De première van de Zesde Symfonie vond uiteindelijk plaats in Leningrad (Sint Petersburg) op 10 oktober 1947. Deel 1: Allegro moderato Voorbeeld 1: eerste thema door de eerste viool plus altviool Het tekent de grote inventiviteit van Prokofiev dat hij erin slaagt de opbouw van het werk tot een grote symfonische vorm gestalte te geven. Iedere cadens brengt weer een andere harmonische modulatie met zich mee. Deel 2: Lento Prokofiev hanteert een sequenzentechniek op zeer persoonlijke wijze. Korte motiefjes schuiven omhoog of omlaag en vormen lange spanningsbogen die vaak pas na vele maten tot ontspanning komen. Uit de klassieke sonatevorm kennen we dergelijke sequenzen met name uit de harmonische doorwerking. Prokofiev verleent de sequenzen echter een melodische functie. Ze worden aaneengeregen tot flexibele, soms grillige melodieën. De dramatische opening van het tweede deel is een demonstratief voorbeeld. Voorbeeld 2: opening tweede deel door hoge blazers. In dit tweede deel wordt tot twee keer toe een lange melodische lijn gesponnen. Tomeloze lyriek stuwt de muziek tot een extatisch hoogtepunt. De middensectie verklankt het luiden van een klok. Dat doet denken aan het ballet Assepoester, dat Prokofiev eveneens in 1945 voltooide, waarin een spectaculaire middernachtsklok wordt opgevoerd. In de Zesde Symfonie klinken echter geen sprookjesklokken maar dreigende noodsklokken. Deel 3: Vivace De opening van het derde deel roept onmiddellijk herinneringen op aan de Eerste ‘Klassieke’ Symfonie en het muzikale sprookje Peter en de Wolf. Op een verende begeleiding zet een luchtig, onbezorgd deuntje in. Binnen acht maten stort de melodie zich in een primitief volksdansritme, dat de melodie onderbreekt: het ritme wordt het thema (zie voorbeeld 3a). Voorbeeld 3a: Prokofiev, derde deel Voorbeeld 3b: Beethoven: Symfonie Nr.7, vierde deel. Bij de Russische uitgave van de partituur uit het Sovjettijdperk is een introductie beschikbaar. Daarin wordt het tweede thema geassocieerd met de “vrolijke en zangerige muziek van militaire Sovjetmarsen”. Deze toelichting vermeldt niet dat het bedoelde thema binnen zes maten ruw afgebroken wordt door een wrang ‘noodlotsmotief’ dat overigens weinig meer is dan een cadens. Voorbeeld 4: derde deel, tweede thema, ‘noodlotsmotief’ Verwrongen harmonieën werpen de luisteraar uit het sprookje terug in de wrede werkelijkheid van de Tweede Wereldoorlog en het repressieve Sovjetregime. In de coda wordt het tweede thema uit het eerste deel gespeeld als een sombere, onheilspellende klaagzang. Prokofiev sluit de symfonie af met het ‘noodlotsmotief’: een schreeuw van protest. In een handtekening verwerkte Prokofiev een motief waarin we direct het tweede thema uit het derde deel herkennen. Maar de handtekening is 11 jaar eerder gezet! Er blijft nog genoeg uit te zoeken, maar laten we het zien als een indicatie dat de Zesde Symfonie Prokofiev na aan het hart lag. Marien Abspoel, VU-orkest 1996 en Krashna Musika 1997
|