Karol Szymanowski: Symphonies of Mazurkas | Afdrukken |
woensdag, 13 juli 2011 20:15

Karol Szymanowskiorkestratie Marien Abspoel (2006)

First Series
Mazurka Op.50/1 Sostenuto molto rubato
Mazurka Op.50/6 Vivace Junacko
Mazurka Op.50/3 Moderato
Mazurka Op.50/4 Allegramente, risoluto
Second Series
Mazurka Op.50/8 Moderato
Mazurka Op.50/15 Allegretto dolce
Mazurka Op.50/13 Moderato
Mazurka Op.50/12 Allegromoderato

De Poolse componist Karol Szymanowski gaat volgend jaar een jubileum tegemoet. Hij werd 125 jaar geleden geboren en overleed 70 jaar geleden. Van zijn muziek horen we soms het prachtige Stabat Mater voor koor en orkest, en in 2000 is hij gefêteerd met een uitvoering van zijn opera Krol Roger in de Stopera. Toch is zijn muziek verder niet bekend en dat is onterecht. Het VU-Kamerorkest brengt de eerste uitvoering van Symphonies of Mazurkas. Althans de eerste uitvoering in de orkestratie voor blazers, contrabas, harp en slagwerk. Marien Abspoel maakte de bewerking van acht Mazurka’s uit de serie van twintig die Szymanowski schreef voor piano in 1925.

Karol Szymanowski groeide op in Timoszowka, dat nu in de Oekraïne ligt, waar zijn familie een landgoed bezat. Zijn leven is zeer beïnvloed door de roerige gebeurtenissen die zich voltrokken in de Poolse regio: de Russische revolutie die hem het familiebezit ontnam, de Eerste Wereldoorlog, het opkomend Pools nationalisme. Maar hij had ook veel contacten en leefde en reisde door heel Europa en verzamelde een groep jonge Poolse componisten om zich heen in Warschau. Zijn homoseksuele geaardheid was ook een belangrijke leidraad, waarvan een aantal liederen en gedichten getuigen. Hij schreef er zelfs een roman over, Efebos, helaas verloren gegaan in de oorlog.

Szymanowski ontmoette Stravinsky in Londen in 1914. Dat was voor Szymanowski een grote stimulans, omdat Stravinsky voor hem een voorbeeld was, voor hoe hij moderne muziek en volksmuziek kon verbinden. In de jaren twintig van de vorige eeuw verbleef Szymanowski langere tijd aan de voet van het Tatragebergte waar hij kennis maakte met de volksmuziek van de bergbewoners uit deze ‘Goral’ regio. Kenmerkend in deze muziek is de speciale toonladder, die ook wel Poolse of Podhale-toonladder wordt genoemd. In termen van kerktoonladders Lydisch-mixolydisch. Szymanowski presenteert deze reeks direct aan het begin van de eerste Mazurka, gespeeld door de fluit.

 

Van volksdans tot persoonlijke stijlvorm

De mazurka is van oorsprong een volksdans uit Mazurië. Mazurka betekent letterlijk: vrouw uit Mazurië. Kenmerkend voor de Mazurka is een speciaal ritme waarbij onregelmatige accenten worden gespeeld, vooral op de derde tel van de maat. Dat maakt deze dans heel anders dan de Wals. De Mazurka is weliswaar van volkse oorsprong, maar raakte zeer in zwang bij de aristocratie in de 18e eeuw. Vanuit Polen verspreidde deze dansmode zich via Rusland naar Frankrijk en heel Europa. De Mazurka beperkt zich feitelijk niet tot één stijl, maar wordt wel onderscheiden in drie vormen: de Kujawiak, een langzame, liedachtige vorm, de Mazurka, met een heroïsch karakter en een snelle variant, de Oberek. In de Mazurka’s van Szymanowski kan je deze drie stijlvormen herkennen, soms ook aangegeven in de subtitel zoals tempo di Oberek.Szymanowski in Tatra regio

De Mazurka’s Op.50 van Szymanowski vormen een unieke en fantastische cyclus. Ze nemen een sleutelpositie in Szymanowski’s oeuvre in, omdat ze de start van zijn laatste stijlperiode inluiden, waarin volksmuziekidioom en Szymanowski’s persoonlijke laatromantische en Frans georiënteerde muziek kristalliseren in een nieuwe eenheid.

Maar het volksmuziekidioom dat Szymanowski ons biedt is zeer verschillend van dat van Stravinsky of van Bartók. De Mazurka’s zijn veel vrijer dan Stravinsky en veel extatischer en weelderiger dan Bartók. Vergeleken met zijn eigen Oriëntaalse periode en het impressionisme van Debussy biedt het volksidioom een krachtige, soms ruwe retoriek, sterke motieven en een persoonlijke expressie. En bovenal een absolute noodzakelijkheid van iedere noot.

Szymanowski en Stravinsky

De confrontatie van Szymanowski en Stravinsky op het concert van het VU-Kamerorkest waarin deze Mazurka’s in première gaan is niet voor het eerst. De twee componisten en leeftijdsgenoten ontmoetten elkaar al in 1914 in Londen. Louis Andriessen heeft Stravinsky ‘Het Apollinisch Uurwerk’ genoemd. Dat geldt tenminste bij de titel al voor Apollon Musagète. En hoewel Apollon zeker prachtige muziek is die bij vlagen ontroert, is het ook cerebraal, gecontroleerd, ultiem gedoseerd, efficiënt; Apollinisch dus.

De verleiding is niet te weerstaan Szymanowski te spiegelen aan Stravinsky. En dan zou het contrast mooi zijn, als in Szymanowski de ware Dionysische componist was opgestaan. En inderdaad horen we in de Mazurka’s fragmenten die uit tomeloze energie en uitspatting van extase lijken te bestaan. Veel vocale lijnen in de muziek klinken quasi improvisando, alsof ze ter plekke bedacht worden. Dat is geen Apollinische bedachtzaamheid. Maar anderzijds ontstaat in alle Mazurka’s op een of andere manier een eigen balans tussen dans en zang, energie en ingetogenheid, van tonale rust en spannende harmonische uithoeken.

Szymanowski kon bij zijn ontmoeting met Stravinsky misschien wel een geestverwant treffen. In Petroushka en misschien nog meer Les Noces onderzoekt Stravinsky zijn wortels in de Oud-russische cultuur. Ook Stravinsky komt tot een soort primitieve modale stijl waarin zang en dans elkaar ontmoeten. Onderscheidend is dat Stravinsky na zijn neoklassieke wending als het ware antiromantisch wordt, terwijl Szymanowski een synthese nastreeft tussen moderne muziek, volksmuziek en een bij vlagen laatromantisch idioom.

Stravinsky heeft bij verschillende gelegenheden gesproken over de gebondenheid en voorbestemdheid van de mens. De Apollinische, cerebrale kunst was in die zin meer dan esthetiek, ook een wereldbeeld. Szymanowski stond zeker anders in het leven. Dat blijkt niet alleen uit Dionysische dans en mystieke extase, maar ook uit een zoektocht naar humanistische waarden, zoals Szymanowski die zelf benadrukte als toelichting bij zijn Stabat mater. “Ik zocht ernaar een concrete compacte vorm te geven aan wat werkelijk en toch ontastbaar is in het geheime leven van de geest.”

Over Chopin vertelt Szymanowski: “Voor ons is Chopin het symbool van wat waarlijk groots is in Poolse muziek, zelfs meer dan dat: hij is onze meester die met zijn prachtige kunst het essentiële probleem van iedere grote artiest oplost: hoe in zijn eigen werk de perfecte expressie te bereiken van diepe en universele menselijke waardigheid, zonder de individuele stijl of nationale originaliteit op te offeren.” Hoewel geadresseerd aan Chopin, zeggen deze woorden wellicht evenveel over Szymanowski zelf.

Van piano naar blazersymfonie

Orkestratie van een pianostuk begint met die aspecten die de componist dwingend oplegt. De eerste Mazurka kan gewoon niet anders beginnen dan met een fluit; de solo in Nr.XIII moet door een hoorn gespeeld worden! Arrangeren is ook een spel, waarin je uitgaat van de vrijheidsgraden en bezetting voor deze groep. Komt de muziek tot zijn recht, en ook de spelers? De bezetting van blazers past bij muziek die vaak meerstemmig en vocaal gedacht is. De luisteraar hoort de muziek groeien vanuit de afwisseling en samenspel van de instrumenten. En arrangeren is ook een ontmoeting. Je kunt deze muziek niet anders dan persoonlijk benaderen. Daarin past zelfs een persoonlijke noot. Zoals een harmonische uitbreiding van de muziek, een extra tegenstem of fugato.

In de orkestratie van Mazurka’s wisselen blazerssoli, duetten en orkestrale tutti’s elkaar af. Het wordt een soort Concert voor Orkest, omdat door de afwisseling van soli telkens anderen het voortouw nemen. In muziek die geïnspireerd is door Poolse volksmuziek en dans krijgt ook slagwerk vanzelf een belangrijke rol. De contrabas en harp voegen diepte en impuls toe aan het palet. De introductie voor Harp van de Mazurka Nr.XIII maakt als een cadens het concert compleet.

De titel Symphonies of Mazurkas verwijst naar al deze ‘samenklanken’ en bij naam ook naar Symphonies of Winds van Stravinsky; geen slecht verband. De ordening in twee series van vier serveert de Mazurka’s in een omvang en afwisseling die hun individuele kwaliteit en tegelijk de relaties tussen de stukken versterkt. Alsof het twee miniatuur-symfonieën zijn in vier delen, goed tien minuten elk.

Hopelijk luidt dit concert een jaar in met veel muziek van Szymanowski. Dat kan een grotere ontdekkingsreis worden dan het afgelopen Mozart- en Sjostakowitsj-jaar.

Marien Abspoel VU-kamerorkest november 2006

See also: