Fantasieën van Morley bewerkt | Afdrukken |
zaterdag, 02 februari 2013 20:19

Thomas Morley : Two-part Canzonets for voices and instruments

Arrangement en redactie door Marien Abspoel

De uitgave met Canzonets for two voices van Morley is enkele tientallen jaren in mijn bezit. Deze bundel bestaat uit 21 duetten, waarvan 12 duetten met tekst voor stemmen, en 9 zogenaamde ‘Fantasieën’ ieder met een ondertitel, voor instrumenten. Enkele duetten heb ik gezongen voor zover die in mijn bereik lagen. En enkele van de Fantasieën heb ik van blad gespeeld op twee violen. De zetting die ik gebruik heeft van de Fantasieën een versie uitgegeven voor blokfluiten . Pas later ontdekte ik dat er ook een versie van de Fantasieën is uitgegeven door Bärenreiter.
Deze instrumentale duetten lenen zich uitstekend voor uitvoering door twee violen, viool en altviool of twee altviolen. Gespecialiseerde barokspelers kunnen hiervoor wellicht uit de voeten met de door Bärenreiter uitgegeven bundel. Voor kennismaking met deze muziek kan de uitgave toegankelijker gemaakt worden door een uitgave samen te stellen met meer aanwijzingen voor uitvoering. Voor gebruik als duet voor twee violen of viool en altviool dan wel twee altviolen kunnen deze duetten getransponeerd worden. Ook is het voor spelers die moderne notatie gewend zijn gebruiksvriendelijker om alle nootwaarden in de notatie te halveren. Omdat deze duetten zich er voor lenen om in een redelijk tempo uit te voeren, is een notatie met 16-de notatie voor de snelste noten adequaat.titelblad van de Canzonets for two voices
Hoewel deze duetten instrumentaal gedacht zijn, volgen ze wel –evenals de vocale duetten in de bundel een vocaal gedachte articulatie. Daarvoor is het belangrijk om de ‘kleine muzikale vorm’ van articulatie en frasering te volgen. Hiervan is in de oorspronkelijke notatie weinig te vinden. Het was toentertijd niet gebruikelijk om dergelijke details in de notatie te expliciteren. Voor praktisch gebruik is het wel gewenst om de frasering te verduidelijken. Hiervan is in de voorliggende versie op twee manieren rekenschap gegeven. Ten eerste zijn de duetten voorzien van streekaanwijzingen. Ten tweede zijn met articulatie-komma’s  de begin en eindpunten van de frases aangegeven. Tevens zijn op fraseringsplekken de 8-ste of 16-de waardestreepen onderbroken.
Bij de streekaanwijzingen is gebruik gemaakt van de standaard tekens voor op- en neerstreek. Waar twee op- of twee neer-tekens elkaar opvolgen is het niet de bedoeling om deze noten zonder articulatie op elkaar te laten volgen zoals een boog over de noten zou aanduiden, maar is het de bedoeling om beide noten apart te articuleren. Dit past beter bij de muziek die levendig wordt van de actieve artikulatie.
Voor de trillers en andere versieringen die zijn toegevoegd volg ik in deze uitgave hoofdzakelijk Hinrichsen, en heb op enkele plaatsen ook suggesties voor versiering toegevoegd. In het oorspronkelijke manuscript staan geen versieringen. Deze vrijheid wordt dus aan de smaak van de uitvoerder overgelaten.
Aan de uitgave van Bärenreiter (met oorspronkelijke notatiesleutels en voortekens) zou je kunnen afleiden dat de oorspronkelijke toonsoort overeenkomt met deze Bärenreiter versie.
Albert Folop heeft een typeset gemaakt van deze duetten, evenals de Bärenreiter beschikbaar via www.imslp.org . Deze volgen de toonsoorten van de Bärenreiterversie. De maatsoorten zijn in de laatste uitgave doorgaans gehalveerd. De originele manuscripten hebben geen maataanduiding. In de voorliggende arrangementen volg ik op hoofdlijnen de indeling van Hinrichsen, met de aantekening dat de nootwaarden gehalveerd zijn. Overigens is de muziek vaak niet geordend volgens een bepaalde maatsoort. Vanwege het onregelmatige ritme is daarmee de maatindeling enigszins arbitrair.
Dit type arrangement is niet nieuw. Volgens Hinrichsen is al in 1928 een arrangement gemaakt van de negen duetten voor viols / viola da gamba voor twee violen door Fellowes in opdracht van Stainer & Bell.


Om de duetten geschikt te maken voor twee violen, viool en altviool of voor twee altviolen, is het vaak zinvol om de duetten te transponeren. Het is bij enkele duetten ook een optie om één van de twee partijen te octaveren. Dit geldt met name bij die duetten waarbij de beide stemmen in hetzelfde bereik spelen. Zo zijn er ook octaaf verschillen tussen de uitgave van Hinrichsen en die van Bärenreiter. La Caccia is bij H. bijvoorbeeld gezet voor instrumenten in gelijke ligging en bij B. met een octaaf verschil. Een uitvoering met ongelijke instrumenten (viool + altviool) vereist in sommige gevallen een aanpassing, zodat de altviool niet te hoog speelt of de viool te laag blijft voor een evenwichtige uitvoering. Hoewel hiermee in principe de samenklank verandert, blijft de functionele samenklank in het duet doorgaans hetzelfde. Een transpositie maakt het ook mogelijk om een aantal duetten in (1e pos)itie te spelen voor één of beide instrumenten, hetgeen de duetten meer geschikt maakt voor beginnende muziekstudenten.
Enkele duetten lenen zich voor een herhaling van een aantal laatste maten, al dan niet met stemwisseling. La Caccia is zeer geschikt om de laatste 9 maten met stemverwisseling (en octavering) te herhalen, waardoor het een meer substantieel duet wordt. Bij La Girandola past een herhaling van de laatste 4 maten.

Bij de bladmuziek toelichting is een uitgebreide tabel opgenomen met optionele transposities. In de beschikbare bundel zijn van de negen Fantasieën ieder twee opgenomen in verschillende transpositie of octavering. Op verzoek kan de bundel worden toegezonden als digitaal bestand of als geprinte bundel, in de versies voor viool en altviool, vioolduo of altvioolduo.