Rachmaninoff twee Preludes voor blazers | Afdrukken |
donderdag, 04 december 2014 17:43

De Préludes van Sergei Rachmaninoff behoren tot het vaste repertoire van ambitieuze piano studenten. Toch zijn ze in de concertzaal relatief zelden te horen.

Alhoewel enkele mensen zich in het verleden hebben gewaagd aan orkestratie van enkele van de pianopreludes, hebben deze bewerkingen zeker geen vaste plek veroverd in de concertpraktijk.

Twee Préludes uit opus 23 lenen zich uitstekend voor een orkestratie in blazers bezetting. Dat project heb ik ondernomen.

De Prélude Nr.1 in Fis-klein is een soort klaagzang die zowel in karakter als in ligging de sololijn aan de hobo schenkt.

De bezetting is : fluit, hobo, althobo, clarinet, basklarinet, twee hoorns, fagot en contrafagot. Een blaasnonet dus.

Een speciale moelijkheidsgraad is gegeven in de ritmische structuur, waarin telkens één instrument een syncopisch 'na-pik' ritme speelt, dat dus samen met de andere spelers het soepele 16-den ritme in stand houdt. Dat wordt nog iets gecompliceerd door enkele rubato plekken, waar op typisch pianistieke (maar ook puur muzikaal bevredigende) wijze akkoorden worden gebroken. Het is zeker een aanlokkelijke sport om die ritmiek en rubato cadans met het nonet gezamenlijk te realiseren.

De Prélude Nr.10 in Ges-groot verleent even overtuigend de sololijn aan de Hoorn.

De bezetting is: fluit, hobo, althobo, klarinet, basklarinet, 1 hoorn, fagot, contrafagot en contrabas. Een blaasoktet met afwijkende bezetting en contrabas erbij dus, vooral vanwege de basnoten die voor Rachmaninoff soms onontbeerlijk zijn.

September 2014